Daar zat ik dan. Met de vissenkom op schoot met de goudvis er nog in zat ik voorin de verhuiswagen.
9 jaar oud en weg uit mijn vertrouwde omgeving. Weg van mijn vriendjes. Weg van Wim, Idan en Dick waar ik altijd mee speelde. Weg van het dorp waar ik zo thuis was. Op weg naar de "grote" stad.
Op weg naar een nieuwe toekomst waar ik me, achteraf, jaren ongelukkig en onbegrepen voelde.
Ik groeide de eerste jaren van mijn leven op in het kleine dorpje Aalst in Gelderland en had het geluk (of de pech) dat ik als kind heel makkelijk kon leren. Als jongste van 7 kinderen ging ik, net als mijn oudere broers en zusters voor mij deden, eerst naar de kleuterschool en daarna naar de school met de Bijbel. Het eerst jaar op de lagere school ging zo goed (ik haalde alleen maar hele hoge cijfers) dat in overleg met mijn ouders werd besloten dat ik een klas ging overslaan omdat ik me anders alleen maar zou vervelen. Samen met Wouter, die ook zo'n kleine nerd en hoogbegaafd was, begon ik in het tweede jaar dus in de derde klas en ook daar waren de cijfers van zowel Wouter als mij weer heel goed. 'Die jongens zijn over een paar jaar rijp voor het Atheneum of zelfs hoger' zei juffrouw Cats. In de vijfde klas kwam er echter plotseling die kentering. Mijn vader, die bijna zoals ieder ander in ons dorp, op de steenfabriek werkte, kreeg via mijn oom in Gorinchem te horen dat er in het plaatselijk streekziekenhuis "Prinsen Beatrix" een plaats bij afdeling Verwarming. Er werd een Stoker gevraagd. In die tijd, we praten over 1969, werd het ziekenhuis nog verwarmd middels een enorme kolenkachel die de radiatoren verwarmde. Die enorme kachel moest af en toe gevuld worden met kolen en dat gebeurde door een zogenaamde Stoker. Pa solliciteerde maar al te graag op deze functie. Hij wilde graag afscheid nemen van het vele sjouwen en harde werken dat hij op de steenfabriek deed en wilde ook heel graag meer verdienen omdat de hypotheek op het huis als een blok om zijn nek hing.
Mijn ouders hadden rond 1965 het huis zelf gebouwd en gingen er toen nog vanuit dat één van mijn oudere broers en zusters de komende jaren nog thuis zouden wonen en door hun kostgeld een stevige duit in het zakje zouden kunnen doen om de hypotheek af te lossen.
Het liep echter heel anders. Mijn oudste broer, die 17 jaar ouder is dan ik, moest in 1960 al trouwen en was, twee dagen nadat ik geboren ben, al vader van zijn oudste zoon. Samen met zijn vrouw en kind woonde op zijn 17e jaar al in Zaltbommel. Met de broer die nog thuis was en mee zou moeten werken aan het woon en leef-genot van ons allen, sliep ik op één kamer. Hij was 15 jaar ouder dan ik en ik keek enorm tegen hem op. Dat zou later wel veranderen. Toen mij oudste twee zussen in 1966 ook nog eens zwanger bleken van een getrouwde, en ook die twee jonge meisjes hals over kop gingen trouwen met twee jongens die stapel dol op m'n zussen waren, en ook het huis uit gingen, vielen er dus nog twee meegetelde inkomsten bronnen voor mijn ouders weg en moest m'n Pa het alleen verdienen. Reken daar nog bij dat ook zijn moeder, mijn opoe, bij ons in kwam wonen, de rente steeg tot enorme hoogte, en het financiële zorgenplaatje voor mijn ouders was compleet.
Pa was dus maar al te blij dat hij een beter betaalde baan zou krijgen in Gorinchem. Een voorwaarde was wel dat hij zijn rijbewijs zou halen of in Gorinchem zou komen wonen omdat hij, in geval van nood, binnen 30 minuten in het ziekenhuis moest kunnen zijn. binnen en e